Dit document bevat recente informatie over uw printerprogrammatuur en tips voor het afdrukken. Raadpleeg de gebruikershandleiding die u bij deze programmatuur hebt gekregen voor uitgebreide informatie over de installatie en het gebruik van de printerprogrammatuur.
Als uw Macintosh kleuren of grijstinten kan weergeven (in plaats van alleen zwart en wit), kunt u niet alleen in zwart/wit, maar ook met grijstinten afdrukken. Om met grijstinten af te drukken, kiest u 'Grijsschalen' uit het venstermenu in het Print-venster.
U kunt andere gebruikers in een AppleTalk netwerk op uw printer laten afdrukken zonder dat u extra apparatuur of programmatuur aan uw computersysteem hoeft toe te voegen.
SYSTEEMVEREISTEN
U kunt de printer gebruiken in combinatie met Macintosh computers waarop versie 7.0 of hoger van de systeemprogrammatuur is geïnstalleerd. Bovendien moet u beschikken over een harde schijf waarop voldoende ruimte vrij is (dit wordt gecontroleerd door de Installer; als er onvoldoende ruimte vrij is, verschijnt er een melding).
U kunt de printer ook gebruiken als versie 6.0.7 of hoger van de systeemprogrammatuur is geïnstalleerd op de harde schijf van uw Macintosh.
ALS U EEN MACINTOSH MET WEINIG GEHEUGEN HEBT
Als u een Macintosh met Systeem 7 en slechts 2 megabyte RAM-geheugen (of een Macintosh met Systeem 6 en 1 megabyte RAM-geheugen) hebt, kunnen er zich af en toe geheugenproblemen voordoen. U merkt dit doordat sommige documenten niet worden afgedrukt, een afgedrukt document er niet goed uitziet (bijvoorbeeld doordat de tekst rafelig wordt afgedrukt) of er meldingen op het scherm verschijnen die aangeven dat er onvoldoende geheugen vrij is. Om meer geheugen beschikbaar te maken, doet u het volgende:
• Open niet meer dan één programma tegelijk.
• Druk afbeeldingen met kleuren of grijstinten af in zwart/wit.
• Zorg dat de RAM-cache is uitgeschakeld of zo laag mogelijk is ingesteld. (Als u met Systeem 7 werkt, doet u dit in het regelpaneel 'Geheugen'. Als u met Systeem 6 werkt, doet u dit in het regelpaneel 'Algemeen'.)
• Schakel de MultiFinder uit als u met Systeem 6 werkt. (Om de MultiFinder uit te schakelen, kiest u 'Wijzig opstart' uit het Speciaal-menu en klikt u op 'Finder' in het dialoogvenster dat verschijnt. De volgende keer dat u de computer opstart, is de MultiFinder uitgeschakeld.)
• Zorg dat afdrukken in de achtergrond is uitgeschakeld als u met Systeem 7 werkt. Om afdrukken in de achtergrond uit te schakelen, opent u de Kiezer, klikt u op het symbool van uw printer (raadpleeg de gebruikershandleiding die u bij deze programmatuur hebt ontvangen als u niet weet op welk symbool u dient te klikken) en klikt u bij 'Afdr. in achtergrond' op de knop 'Uit'.
• INIT-bestanden in de Systeemmap gebruiken meestal een deel van het RAM-geheugen van de Macintosh. Verwijder INIT-bestanden die u niet nodig hebt.
• Als er een bericht op het scherm verschijnt dat er onvoldoende geheugen is terwijl u afdrukt op een printer die toegankelijk is gemaakt voor gemeenschappelijk gebruik, schakelt u afdrukken in de achtergrond uit.
Als u slechts 2 megabyte RAM-geheugen hebt (of 1 megabyte met Systeem 6), is het raadzaam het geheugen van de computer uit te breiden. Raadpleeg de documentatie bij uw computer voor informatie over het uitbreiden van het geheugen van de computer.
INSTALLEER DE PRINTERPROGRAMMATUUR HET LAATST
Om er zeker van te zijn dat de printer over alle benodigde programmatuur beschikt, dient u de printerprogrammatuur te installeren (of opnieuw te installeren) nadat u systeemprogrammatuur op uw opstartschijf hebt geïnstalleerd of nadat u AppleTalk, EtherTalk of TokenTalk programmatuur hebt geïnstalleerd.
TIPS VOOR HET AFDRUKKEN
Volg de onderstaande suggesties voor de beste afdrukresultaten met uw printer:
• Voor een goede balans tussen afdrukkwaliteit en snelheid kiest u - indien mogelijk - in het Print-venster bij 'Kwaliteit' de optie 'Normaal' en bij 'Afdruk' de optie 'Grijsschalen'. (Dit is de standaardinstelling in het Print-venster.)
• Als u werkt met Systeem 6 met de MultiFinder of met Systeem 7, is het raadzaam om af te drukken in de achtergrond. U kunt dan verder werken met de Macintosh terwijl de printer uw documenten afdrukt. (Om afdrukken in de achtergrond in te schakelen, opent u de Kiezer, klikt u op het symbool van uw printer (raadpleeg de gebruikershandleiding die u bij deze programmatuur hebt ontvangen als u niet weet op welk symbool u dient te klikken) en klikt u bij 'Afdr. in achtergrond' op de knop 'Aan'.)
• U kunt de printer aansluiten op de modempoort of de printerpoort. (De printerpoort is wellicht al in gebruik als u de Macintosh hebt aangesloten op een AppleTalk netwerk.)
• Als u de printer met een PowerBook 100 gebruikt, dient u de printer aan te sluiten op de printerpoort. In de PowerBook 100 is de modempoort ingebouwd. Selecteer de printerpoort in de Kiezer nadat u de programmatuur voor de printer hebt geïnstalleerd.
• Wanneer u uw printer toegankelijk maakt voor andere gebruikers, dient u hem een unieke naam te geven zodat de andere gebruikers de printer gemakkelijk kunnen vinden in de Kiezer.
• Sluit de Kiezer nadat u instellingen hebt gewijzigd.
• Als u de programmatuur voor de printer opnieuw installeert, en de samengebruik-functie was ingeschakeld, dient u de samengebruik-functie na de installatie zelf opnieuw in te schakelen.
• Als u problemen hebt met het toegankelijk maken van uw printer, kunt u het beste de printerprogrammatuur opnieuw installeren.
• Als u met Systeem 6.0.x werkt en een LaserWriter printerbestand hebt geïnstalleerd, is het van belang te weten dat de versie van PrintMonitor die met de programmatuur voor deze printer wordt geïnstalleerd, alleen werkt met versie 7.0 of hoger van het LaserWriter printerbestand.
• Als u opnieuw printerprogrammatuur installeert, maar de installatie tussentijds annuleert, moet u de Macintosh opnieuw opstarten om uw printer toegankelijk te maken.
• Als het bericht "De seriële poort wordt momenteel door een ander programma gebruikt. Verlaat dat programma en probeer het opnieuw." verschijnt terwijl er geen ander programma geopend is, start u de computer opnieuw op voordat u een nieuwe afdrukopdracht verstuurt.
• Probeer de printer niet toegankelijk te maken als u een grote afbeelding naar het klembord hebt gekopieerd.
• Als er zich problemen voordoen met het afdrukken vanuit een bepaald programma, kent u meer geheugen aan het programma toe. Selecteer het symbool van het programma en kies 'Info' uit het Archief-menu. Typ de gewenste grootte in het veld 'Momenteel' (het veld 'Bij voorkeur' in versie 7.1 van de systeemprogrammatuur).
• Als er zich problemen voordoen met het in de achtergrond afdrukken van grote, complexe documenten, kent u op de hierboven beschreven manier meer geheugen toe aan PrintMonitor.
• Voor de beste resultaten met het afdrukken van tekst schakelt u - als het programma dat u gebruikt deze mogelijkheid ondersteunt - 'Fractionele breedte' in voordat u afdrukt.
• Als u met Systeem 6 werkt, dient u voor het installeren of verwijderen van lettertypen gebruik te maken van de versie van L/A Transport die zich op de schijven met printerprogrammatuur bevindt.
DE PRINTERPROGRAMMATUUR EN PROGRAMMA'S
Sommige programma's maken nog geen gebruik van de nieuwe mogelijkheden van de printer. Als er zich problemen voordoen met een programma, neemt u contact op met de distributeur van het betreffende programma. Hieronder vindt u een aantal tips voor het gebruik van de printer met bepaalde programma's:
4th Dimension versie 2.2.3 (Acius)
Bij sommige documenten krijgt u het beste afdrukresultaat als u ze rechtop afdrukt, op volledige grootte (100%).
Illustrator 3.2 (Adobe)
Druk voor het beste resultaat af in de achtergrond op volledige grootte (100%).
Het kan zijn dat Adobe Illustrator documenten die in andere programma's worden geplaatst (zoals PageMaker) met grijze contouren worden afgedrukt.
Canvas 3.0 (Deneba)
Gebruik voor de beste resultaten versie 3.0.4 of hoger. Als u Canvas 3.0.4 gebruikt om een afbeelding aan te maken waarin kleurpatronen voorkomen, kunt u de afbeelding het beste afdrukken vanuit Canvas en niet vanuit een ander programma.
ClarisWorks 1.0v2 (Claris)
Wanneer u een nieuw document met een diagram wilt afdrukken, dient u er met behulp van de schuifbalk voor te zorgen dat het diagram zichtbaar is voordat u afdrukt.
DeltaGraph Pro 2.0 (DeltaPoint)
Klik in het Print-venster altijd op de knop 'QuickDraw'.
Digital Darkroom 2.01 (Aldus)
Gebruik voor de beste resultaten de effecten in het Image-menu en niet de effecten in het Gray Maps-menu.
Freehand 3.0 (Aldus)
Druk voor de beste resultaten af op volledige grootte (100%) en schakel afdrukken in de achtergrond uit.
HyperCard 2.1 (Claris)
Wanneer u 'Print Stack' kiest, kunt u per pagina alleen 16 kaarten afdrukken. U kunt dit probleem vermijden door in het vak 'Afdrukgrootte' in het venster 'Pagina-instelling' een waarde groter dan 100 in te voeren. Er worden dan minder kaarten op een pagina afgedrukt.
LeerTekst (Apple Computer)
Als systeemfout 25 zich voordoet, volgt u de aanwijzingen in het gedeelte over het afdrukken met weinig geheugen hierboven.
MacDraw Pro 1.5v1 (Claris)
In kleurpatronen die met de optie 'Grijsschalen' worden afgedrukt, kunnen moiré-effecten optreden. Om deze effecten te vermijden, dient u effen kleuren te gebruiken. Effen kleuren kiest u uit het kleurenpalet links van het patroonpalet.
MacWrite II 1.1v3 (Claris)
De optie 'Gesorteerd' (Collated Copies) in het dialoogvenster 'Print' werkt niet.
Mathematica 2.1 (Wolfram Research, Inc.)
Voor de beste resultaten bij het afdrukken van afbeeldingen in kleur dient u 'Bitmap' te selecteren en afdrukken in de achtergrond in te schakelen.
Microsoft Excel 4.0
Om met grijstinten af te drukken, kiest u 'Grijsschalen' uit het venstermenu 'Afdruk' in het Print-venster en schakelt u 'In kleur afdrukken' (Print Using Color) in.
Microsoft PowerPoint 2.01f
“Handouts” en “Notes” in documenten die dwars (liggend) worden afgedrukt, worden mogelijk niet goed afgedrukt. Gebruik voor de beste resultaten PowerPoint 3.0.
Microsoft Works 2.0e
Gebruik voor de beste resultaten versie 3.0 of hoger. Als u versie 2.0e gebruikt, kunt u afdrukken in de achtergrond het beste uitschakelen.
MORE 3.1 (Symantec Corporation)
Druk voor de beste resultaten af op 100% of minder.
Ofoto 1.1 (Light Source, Inc.)
Voor de beste resultaten dient u Ofoto 2.0 aan te schaffen en een speciale calibratie aan te maken voor uw printer.
Personal Press 2.0 (Aldus)
Voor de beste resultaten dient u afdrukken in de achtergrond in te schakelen. In sommige gevallen kunt u afdrukproblemen oplossen door meer geheugen aan het programma toe te kennen. (Selecteer het symbool van het programma, kies 'Info' uit het Archief-menu en typ de nieuwe grootte in het veld 'Momenteel' of het veld 'Bij voorkeur'.)
Als er zich in Personal Press een onverwachte fout voordoet waardoor het programma wordt verlaten, doet u het volgende: selecteer een andere printer in de Kiezer, sluit de Kiezer, selecteer 'Pagina-instelling', bewaar het document, selecteer het symbool van uw printer opnieuw in de Kiezer en druk af. Als u niet weet op welk printersymbool u dient te klikken, raadpleegt u de gebruikershandleiding die u bij deze printerprogrammatuur hebt ontvangen.
PixelPaint 2.1 (SuperMac)
Druk voor de beste resultaten af op volledige grootte (100%) of kleiner.
QuickTime 1.5 (Apple Computer)
Maak afbeeldingen niet groter dan het formaat van de geselecteerde pagina.
Quicken 3.0 (Intuit)
Wanneer u probeert af te drukken wanneer er weinig geheugen beschikbaar is, wordt er mogelijk niets afgedrukt. Lees de aanwijzingen in het gedeelte over het afdrukken met weinig geheugen hierboven.
ReadySetGo 4.5 (Letraset)
Stel voor de beste resultaten het beeldscherm in op 256 kleuren of minder.
ReadySetGo 5.14 (Manhattan Graphics)
Geroteerde objecten worden mogelijk niet juist afgedrukt.
Symantec Greatworks 2.0
Selecteer in het venstermenu 'Afdruk' de optie 'Zwart/wit' wanneer u afdrukt op een envelop met als afdrukrichting dwars (liggend).
Apple, AppleTalk, EtherTalk, LaserWriter, Macintosh, MultiFinder en TokenTalk zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc., die zijn gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Finder, PowerBook, QuickDraw en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
De in dit document genoemde produkten van derden zijn handelsmerken van de betreffende ondernemingen.
